Deze week schreef onze fractie een artikel op onze site over de noodopvang in Delft. Zie link: www.stadsbelangendelft.nl/?p=7523#more-7523 Het AD besteedde hier aandacht aan in hun krant van 1 oktober 2015.
PvdA wethouder De Prez meldde in dat artikel dat hij al langer op de hoogte was van de problemen bij de noodopvang. Hij geeft daarin dat eerder al meer bedden waren gekomen en dat er een nieuwe nota komt begin 2016 over dit onderwerp. Hij heeft het ‘in de klauw’, zo doet hij voorkomen.
Als je terugkijkt op de band van de commissievergadering van 29 september 2015, blijkt duidelijk dat de wethouder helemaal niet op de hoogte was, dat er een structureel probleem was bij de noodopvang. Hij bevestigde de informatie die Bram Stoop hem daarover in de rondvraag had gegeven. Hij bedankte hem zelfs daarvoor en gaf aan, dat het een structureel probleem is dat opgelost moet worden. Het ging hierbij dus niet alleen om de vraag of er wel of niet bedden voor noodopvang waren bijgekomen, maar wel om het signaal dat er sprake is van een structureel probleem bij deze noodopvang.
Een meerderheid van de Delftse politieke partijen valt zowat over elkaar heen om te laten zien wie het meest sociaal is. Zij vinden dat het Delfts college het COA actief moet benaderen om vooral Syrische vluchtelingen te huisvesten. Dat Delft geen voor de hand liggende plek is, lijkt ook door het COA te worden onderkend. COA heeft Delft hiervoor niet eens benaderd!
Een stad in financiële problemen, die ook nog eens één van de grootste leveranciers lijkt te zijn van jihadstrijders, is gewoon geen goede keus. Niet voor de Delftenaren (zeker niet met alle aanvullende problemen die dan op Delft afkomen), maar ook niet voor de vluchtelingen. Overigens lijkt het erop dat de indieners van de motie meer op aandacht uit zijn, dan dat zij zich daadwerkelijk betrokken voelen bij mensen in nood.
Dat blijkt alleen al uit de beperkte interesse die partijen toonden toen Bram Stoop misstanden in de nachtopvang voor daklozen aan de kaak stelde. Deze vooral jonge mensen, die letterlijk geen dak boven hun hoofd hebben, maken geen deel uit van de hype, komen niet in de publiciteit en zijn alleen daarom al kennelijk niet interessant voor de meeste partijen.
Ook wethouder De Prez leek het er liever niet over te hebben. Zijn reactie op de door Stoop gestelde vragen was dan wellicht politiek correct, maar met gehakkel en veel omhaal draaide hij vooral om de hete brei heen. Dat deze wethouder een dag later tegen een journalist van het AD toch een net iets ander verhaal afstak dan wat hij in de commissie deed, geeft nog meer te denken. Blijkbaar is er meer aan de hand dan de wethouder de commissie/raad wil vertellen.
Op de vraag van Stoop waarom de wethouder niets van het probleem afwist bij de noodopvang, gaf de wethouder geen antwoord. De Delftse ‘pseudo wethouder’ commissievoorzitter Kim Huijpen (D66) meende de vraag van Stoop te moeten beantwoorden, terwijl Stoop de vraag niet aan haar stelde en ook niet in haar antwoord was geïnteresseerd . Het is al vaker opgevallen, dat zij nog niet helemaal door heeft wat de rol van een commissievoorzitter is. Op deze wijze bagatelliseerde zij zijn vraag aan de wethouder.
Het gedraai van de wethouder in het AD is voor onze fractie aanleiding nu schriftelijke vragen te stellen. Zie onderstaand. Discussie wordt en krijgt op zeker een vervolg.
Fractie Stadsbelangen Delft
Bram Stoop/Werner Bremer
Aan: het college van Burgemeester en Wethouders
Betreft: vragen over noodopvang in Delft en uitkomst rapport JIT
Delft, 2 oktober 2015
Geacht college,
De heer Stoop heeft namens de fractie Stadsbelangen Delft een rondvraag gesteld over de problemen, die er zijn bij de noodopvang in Delft. Hij heeft deze ook mondeling toegelicht in de commissie SD van 29 september 2015.
Deze rondvraag ging onder andere over het aantal bedden (te weinig) en andere zaken, zoals agressie bij de noodopvang. De wethouder gaf aan, dat er inderdaad een structureel probleem is bij de noodopvang in Delft. Uit zijn beantwoording in de commissie blijkt duidelijk dat de wethouder niet op de hoogte was van deze problemen en zeker niet eerder wist dat deze problemen structureel zijn.
Op 2 oktober 2015 geeft wethouder de Prez in een artikel in het AD aan, wel op de hoogte zijn van de structurele problemen. De reactie van de wethouder in het AD leidt tot verwarring. Vandaar onze aanvullende vragen.
Vraag 1.
Wat wist de wethouder wel en wat niet als het gaat om de structurele problemen bij de noodopvang?
Vraag 2.
Als de wethouder wel wist dat er structurele problemen waren bij de noodopvang, waarom heeft hij de raad dan hierover niet eerder geïnformeerd?
Vraag 3.
Klopt het dat het JIT, (Jeugd interventie Team) in opdracht van de gemeente Delft een onderzoek heeft gedaan naar de behoefte van zwerfjongeren in Delft? Indien dit het geval is, wanneer kan de raad de uitkomst van het onderzoek tegemoet zien?
Wij zien de beantwoording op onze vragen met belangstelling tegemoet.
Met vriendelijke groeten,
Fractie Stadsbelangen Delft
Bram Stoop
Geef een antwoord