Op de website van Onafhankelijk Delft uit Martin Stoelinga zijn ongenoegens over de Delftse studentenpartij STIP. Hoewel democratisch gekozen, hebben ook wij onze bedenkingen met betrekking tot studenten in de gemeenteraad. Vooral het continu wisselen van samenstelling. In de afgelopen jaren zo’n ca. 70 maal. Dat is niet goed voor de continuïteit en heeft zelfs hetzelfde aantal Delfts blauwe borden gekost, die ieder raadslid bij zijn of haar afscheid meekrijgt. Idee voor een toekomstige bezuiniging? Ook in de Delftse Post schrijft Marcel de Jong (citaat): ‘Corpsballenbelang gaat boven politiek fatsoen’.
Het is de studenten echter niet kwalijk te nemen. Zij maken gewoon gebruik van wat in Nederland toegestaan is. Vanuit hun perspectief lijkt het natuurlijk één grote grap. Wat ons betreft is het idee dat studenten alleen zouden mogen stemmen in hun geboorteplaats, zoals dat bijvoorbeeld in de studentenstad Brussel is geregeld, geen gek idee. Het is STIP dus niet te verwijten dat zij gebruik maken van hun democratische mogelijkheden in Nederland.
De coalitiepartijen die telkens weer met deze studentenpartij in zee gaan handelen naar onze mening wel verwijtbaar. De functie van STIP in de opeenvolgende colleges is slechts beperkt tot het in het bestuurderspluche houden van de PvdA, GroenLinks en D66. In ruil voor het steevast met deze partijen mee stemmen (applausmachine) krijgen de studenten tweerichting fietspaden, extra studentenwoningen, ruimere openingstijden van hun clubhuisjes en gelden uitzonderingen die voor onze andere inwoners weer niet van toepassing zijn. Dat zij ook nog in het college zitten en wisselende onervaren wethouders leveren, heeft onze stad sinds hun deelname aan colleges niet vooruit geholpen gezien de huidige financiële situatie. Maar wel, waar het ging om hun eigen ‘corpsballenbelang’.
Wij zijn natuurlijk niet tegen studenten. Zij zijn voor een beperkte periode ook inwoners van onze stad, hebben het recht en ook de plicht hieraan een bijdrage te leveren. Wat Stadsbelangen Delft betreft zien wij liever een organisatie als STIK (Studenten Techniek in Klankbordgroep). Bij zo’n club kan de politiek haar oor te luisteren leggen als er studenten-of Jeugdzaken op de agenda staan. Het mee stemmen ligt dus waarschijnlijk niet aan de knepen van de luier zoals Stoelinga stelt.
Of toch?…………Ga je van knepen van een tangaslip dan per definitie overal tegenstemmen? Het is ronduit stuitend dat de fractie van Onafhankelijk Delft, meestal zonder argumenten, overal tegenstemt. Zelfs vorige maand toen wij door middel van een motie juist de door Stoelinga verfoeide STIP wethouder onder druk wilde zetten om zich extra in te spannen voor een Delftse ondernemer (dansschool Wesseling). Maar Stoelinga steunde de STIP wethouder. Tegenstrijdig?
Volgens Stoelinga maakt het die studenten allemaal niets uit, want ze gaan na vier jaar toch weer weg. Maar dat lijkt ons dan toch weer eerlijker dan wat in een andere bijdrage van hem op de site van OD te lezen is. Daarin schrijft Stoelinga (fractievoorzitter van de grootste oppositiepartij), dat hij in de gemeenteraad niets zegt omdat het helemaal geen zin heeft. Ruim 5.000 kiezers vertegenwoordigt hij door niet in commissievergaderingen te verschijnen en in de raad op te treden als ‘Martin de Zwijger’ (lees niets doen). Je moet je dan echt afvragen of het fair is om wel te blijven zitten en gewoon je volledige raadsvergoeding op te strijken. Wat dat betreft laten STIP vertegenwoordigers zich wel horen in commissie- en raadsvergaderingen. En daar zit hem misschien wel de kneep.
Stadsbelangen Delft
Werner Bremer
Geef een antwoord