Het college van Burgemeester en Wethouders heeft aangegeven, dat in verband met het zomerreces schriftelijke vragen niet binnen de gestelde termijn te kunnen worden beantwoord. Het college stelt in haar brief aan de raad van 23 juli jl. dat er een termijn van zes weken bestaat om schriftelijke vragen te beantwoorden. Tip aan college: ‘Kijk afspraken hierover nog eens goed na’. (termijn is binnen vier weken)Toegegeven, er zijn de afgelopen tijd best wel veel schriftelijke vragen gesteld, maar om het reces nu de schuld te geven lijkt ons onterecht.
Het college kan schriftelijke vragen voor een substantieel deel voorkomen door de raad, inclusief de oppositie partijen, beter en breder te informeren over lopende en komende zaken. Overleggen in achterkamertjes roepen nu eenmaal vragen op en als medewerkers van een school of de papaver bijvoorbeeld spreekverboden opgelegd krijgen, wordt een raadslid natuurlijk extra nieuwsgierig.
Het college zou tevens een inhaalslag kunnen maken door de schriftelijk gestelde vragen eerlijk, helder en vooral bondig te beantwoorden. Het lijkt nu vaak of er tekstschrijvers worden ingehuurd die zich putten in eufemismen en met veel omhaal antwoorden formuleren die zo weinig mogelijk zeggen.
Het kan ook anders. En praktijkvoorbeeld. Op onze vraag in de commissievergadering aan wethouder Förster, of hij kon bevestigen dat voor het college de naam ‘Nieuw Delft’ de nieuwe naam is voor het Spoorzonegebied, haalde hij slechts zijn schouders op en hulde zich in stilzwijgen. Dan toch maar even schriftelijk vragen denk je dan. Deze vraag had hij gewoon met ‘ja’ kunnen beantwoorden ( zie: www.nieuwdelft.nl).
Op onze vervolgvraag of toenmalig wethouder Vokurka dan een beetje gejokt heeft, volstaat dan ook een eenvoudig. ‘ja’. Dat de aanvullende vraag: ‘ waarom draait u nu zo steeds om deze concrete vraag heen, zal wel iets meer tijd vergen, maar meer dan een minuut of tien lijkt ons niet nodig.
Een andere vraag die wij tegelijkertijd stelden met betrekking tot het openbaar maken van de minimaal 30 miljoen tekort voor de woningbouw in het Spoorzonegebied kan gewoon afgedaan worden met de mededeling, dat de teller inmiddels op zo’n 100 miljoen tekort staat en dat het eigenlijk helemaal niets uitmaakt. ‘We zijn bezig met het project van de eeuw’, sprak Vokurka meermaals. Een kniesoor dus, die over een miljoentje meer of minder zeurt. Voortaan graag klare taal college! Dat schiet op en schept duidelijkheid.
Een ander voorbeeld betreft onze vragen, samen met het CDA en de ChristenUnie over de einde muziektijd tijdens de OWEE week. De bewoners in de binnenstad zijn over de langere eindtijd van muziek op initiatief van wethouder Förster (STIP) geïnformeerd door een aankondiging tijdens een overleg. Zo informeer je dus onze inwoners in de binnenstad. Verder blijkt uit de beantwoording dat studenten in onze stad een uitzonderingspositie hebben. Zij mogen alles, bij wijze van uitzondering, maar onze andere inwoners moeten eerst alternatieven aantonen, voordat zij misschien in aanmerking komen voor een eventuele uitzonderingsituatie. Dat geeft te denken.
Stadsbelangen Delft
Werner Bremer/ Aad Meuleman
Geef een antwoord