Tijdens de commissie RO van 10 januari jl. heeft het college een achteraf verantwoording gepresenteerd over de gang van zaken rond de architectenselectie Het Nieuwe Kantoor.
Deze verantwoording, globaal van opzet en mooi voor de geschiedschrijving, gaf geen enkel inzicht in de financiële gang van zaken op één uitzondering na. De selectiecommissie, waaronder drie collegeleden, bleek in de eerste fase een ruimhartige interpretatie te hebben toegepast van de uitsluitingsgronden. Twee architecten eindigden bij de afronding gelijk en toen begon een juridisch gevecht tussen enerzijds de architecten onderling en anderzijds tussen de gemeente en de architecten.
Dat leverde de Delftse gemeenschap een extra onkostenpost op van
€ 200.000,–. Ondanks de bevoegdheden van het college, is het daarom niet verwonderlijk dat de raad de kosten die gemoeid zijn met het nieuwe stadskantoor in de gaten wenst te houden. Datzelfde geldt voor het hele spoorzoneproject.
Hoewel Stadsbelangen van mening blijft, dat dit project van groot belang is voor de toekomst van onze stad, moet het huidige college scherp bij dit project door de raad worden gevolgd. Bij de architectenkeuze is het optreden van dit college niet sterk gebleken. De vraag is dan ook legitiem of het college in staat is dit project tot een goed einde te brengen.
Het is daarom van belang dat de raad, zowel coalitie als oppositie, de handen ineen slaat en de coalitie in deze kwestie meer afstand neemt van de eigen wethouders. Daar hebben onze inwoners recht op en is in het belang van onze stad. Fractie Stadsbelangen-Delft