Ondanks de weer opgelaaide discussie over wachtgeldregelingen en onkostenvergoedingen van voormalige politieke bestuurders en Kamerleden, gaat de landelijke politiek onder aanvoering van D66 fractievoorzitter Jetten gewoon door. De landelijke politiek zorgt goed voor zichzelf en de lokale partijen worden wederom op achterstand gezet. De landelijke politiek heeft lak aan lokale partijen, laat staan aan gelijke behandeling op grond van artikel 1. en 4. van de grondwet. Onze fractie heeft al eerder hiervoor aandacht gevraagd. Zie onze eerdere bijdragen uit mei 2019, 2013 en 2009.
https://www.stadsbelangendelft.nl/?p=12463
https://www.stadsbelangendelft.nl/?p=12463
https://www.stadsbelangendelft.nl/?p=4691
Lees verder
Tag Archive for gemeenschapsgeld
Landelijk gemeenschapsgeld…en door!
Webcolumn: ‘Moeder Lieke en zuster Ineke’
In de gemeenteraadsvergadering van 29 september 2016 werd het onderwerp privatisering Kerkpolder besproken. Niet zozeer de privatisering zelf, dat is een feit, maar hoe om te gaan met het personeel (in dienst van de gemeente) van zwembad Kerkpolder. Vooral de SP onder aanvoering van Lieke van Rossum had zich hier druk om gemaakt. Was dit echt gemeend of bühne politiek?
Lees verder
Bomvol maar inefficiënt
‘De buurthuizen zitten bomvol’ De woorden van oud wethouder Rensen in één van zijn laatste gemeenteraadsvergaderingen klinken nog na. En toch besluit het college acht buurtaccommodaties te sluiten. Bijzonder te constateren dat vooral onder de verantwoordelijkheid van de PvdA in de afgelopen decennia heel veel ruimtebehoefte is gerealiseerd zonder kritisch stil te staan bij de soms voor de handliggende alternatieven.
De nota geeft aan: inefficiënt gebruik en het ontbreken van een integrale visie. Nog erger: veel verspilling van gemeenschapsgeld in combinatie met kritiek op eigen beleid. Daar moeten we het mee doen.
Stadsbelangen heeft regelmatig gepleit voor het dubbel gebruik van locaties. Voortdurend hebben wij gevraagd om evaluatie van bestaand beleid (onder andere Knopen in de Wijk). Er werd steeds maar nieuw beleid ingevoerd. Het werd steeds terzijde geschoven en nu blijkt na al die jaren gemeenschapsgeld inefficiënt te zijn gebruikt. Zelfs een toezegging van wethouder Rensen, op basis waarvan een motie door de toenmalige oppositie in maart 2008 werd ingetrokken, over een klanttevredenheidonderzoek werd niet nagekomen.
Daarnaast werden de wijkaccommodaties onder de vlag gebracht van een dure organisatie (Breed Welzijn Delft). Alle vrijwilligers kwamen bij wijze van spreken onder curatele en veel van deze vrijwilligers liepen dus weg. De buurthuizen zijn de buurthuizen niet meer. Zo simpel is het verhaal.
Als uitgangspunt wordt nu gehanteerd dat het accent alleen wordt gelegd op mensen met een beperking, jongeren en ouderen. Dat is een aanmerkelijke koerswijziging. De accommodaties waren altijd gericht om wijkbewoners in hun wijk een ontmoetingsplek te geven. Dat wordt nu losgelaten en eigenlijk kun je je afvragen of het nieuwe accommodatiebeleid niet meer een soort verpleegaccommodatie gaat worden. De accommodaties die blijven bestaan richten zich niet meer op mensen die zichzelf kunnen redden.
Het is de wens van het college om te komen tot een dekkend netwerk van voorzieningen rekening houdend met de ruimtelijke begrenzingen en de verschillende behoeften per wijk. De nota geeft als uitgangspunt 15 minuten lopen om een accommodatie te kunnen bereiken. Als dat waar is, dan rijst toch de vraag waarom bijvoorbeeld afscheid wordt genomen van de Ooievaarsnest. Vanaf het Oostblok naar de Brasserskade is toch ruim 15 minuten lopen, zeker als je oud bent of een functiebeperking hebt. Men gaat wel uit van de beweegnorm van 30 minuten, maar gezien de doelgroep die wordt beoogd met het nieuwe beleid, mag worden afgevraagd of dit wel reëel te noemen is. Wij vinden van niet.
Prima dat men niet meer wil kijken naar afspraken vanuit het verleden, maar vooral naar actuele behoeften. Maar wat ons betreft blijft het doel van een buurtaccommodatie overeind.
Het college is in deze nota uitgegaan van een wel zeer technische benadering. Het aantal gebruikers in relatie tot het aantal m2. Als je dat op deze wijze zo technisch beredeneert, dan kun je gemakkelijk motiveren waarom het aantal accommodaties zo fors wordt teruggebracht. Wij dachten dat alleen in penitentiaire inrichting wordt aangegeven hoeveel vierkante meters iemand nodig heeft. Het Welzijnswerk is niet in vierkante meters uit te drukken en te berekenen. Ongelofelijk dat het college op deze wijze het besluit om buurtaccommodaties te sluiten wil verkopen.
Wat het college niet aangeeft is wat de effecten zijn op de wijk van een buurtaccommodatie. Het gaat niet alleen om het bezoek aan een buurthuis. Een bezoek aan het buurthuis gaat door als men de deur achter zich dichttrekt. Wij missen overwegingen naar alternatieve oplossingen om tot de gewenste besparingen te komen, zodat niet alle voorgestelde accommodaties gesloten hoeven te worden. Het vierkante meter verhaal van het college is ons wat te gemakkelijk.
Over de rol van de BWD wordt het nodige geschreven, maar we missen in de nota de rol van de vrijwilligers. Wat is het effect geweest in positieve zin van het onderbrengen van alle buurtaccommodaties onder de vlag van de BWD? In feite geeft de nota het antwoord al. Inefficiënt en het ontbreken van een integrale visie. Niet alleen bij de BWD, maar vooral bij de colleges die vanaf 1998 verantwoordelijk zijn geweest voor dit beleid.
Door meer inzet van vrijwilligers zou het accommodatiebeleid naar onze mening goedkoper kunnen. Daarover vinden wij niets terug in deze nota. Hoewel wij begrijpen dat bezuinigingen noodzakelijk zijn, vindt Stadsbelangen dat het college met deze nota onvoldoende heeft gezocht naar alternatieve oplossingen om tot de noodzakelijke bezuinigingen te komen. Het simpel sluiten is wel erg gemakkelijk. De discussie krijgt een vervolg in de gemeenteraad van 13 oktober 2011.
Fractie Stadsbelangen Delft
Bram Stoop
Geen enquête instrument
Het enquête verzoek zelf
Het verzoek van de heer Stoelinga om het enquête instrument in te zetten is op zichzelf een bijzonder verzoek te noemen. Te meer, omdat de heer Stoelinga in eerste instantie aangaf, de uitkomsten van een dergelijk onderzoek te willen gebruiken als onderbouwing voor zijn schadeclaim richting de gemeente. (eis: ruim € 600.000,– gemeenschapsgeld) In de raadsvergadering stelde de heer Stoelinga, dat hij de griffie had laten weten dat dit niet de reden was voor zijn verzoek. Hij zou dat per email hebben aangegeven. Het verzoek van de heer Stoelinga was mede ingegeven door de uitspraak van het Gerechtshof van Den Haag, dd. 16 maart 2010.
Het enquête instrument is naar onze mening bedoeld om te onderzoeken hoe zaken in het verleden zijn gegaan, welke lessen daaruit geleerd kunnen worden en hoe we zaken voor de toekomst anders inregelen. Het wordt tijd dat deze kwestie, die de stad al jaren in haar greep houdt, politiek wordt afgerond. Een eventueel vervolg moeten advocaten van partijen onderling uitvechten in de toekomst. Stadsbelangen vindt het dan ook terecht dat de fractievoorzitters besloten een werkgroep in te stellen om een advies voor te bereiden richting raad over het verzoek van Stoelinga.
Procedure
Onze indruk is dat de werkgroep het verzoek van de heer Stoelinga serieus heeft onderzocht. Hem is gevraagd zijn verzoek concreet te maken. Dat heeft geleid tot een viertal hoofdvragen, die hijzelf onderzocht wilde hebben. Daarbij heeft de werkgroep zowel hem als het college de gelegenheid gegeven alle stukken, voor zover deze in het openbare dossier niet aanwezig waren, alsnog in te leveren bij de werkgroep. Dat hebben beiden gedaan én bevestigd. Een dag voor de vergadering meldde de heer Stoelinga plotseling dat hij een you tube filmpje ‘vergeten’ was in te leveren. De raadsleden hebben allemaal, zij het in beslotenheid, de gelegenheid gehad dit filmpje te bekijken. Overigens is het bewuste filmpje ruim 6400 keer op you tube bekeken. Uiteindelijk ging het er dus om of de vier vragen, die de heer Stoelinga zelf onderzocht wilde hebben, het inzetten van een enquête instrument zou rechtvaardigen.
Advies
Inmiddels is gebleken dat het college alle stukken die betrekking hebben op dit dossier volledig openbaar heeft gemaakt. Behalve het procesverbaal waarbij een ambtenaar was betrokken. Stadsbelangen is het met de werkgroep eens, dat de antwoorden op de vragen 2 en 3 te vinden zijn in het materiaal dat voorhanden is. Op basis van deze vragen is een enquête instrument niet nodig.
Voor wat betreft de vragen 1 en 4 vraagt de heer Stoelinga naar een oordeel van de gemeenteraad. Voor wat betreft vraag 1 heeft onze fractie in de raadsvergadering van november 2005 al een duidelijk oordeel gegeven over het interne onderzoek en mede een motie daarover ingediend.
Over het interne onderzoek oordeelde Stadsbelangen in de raad van november 2005 als volgt:
(citaat raad november 2005) ‘Onze fractie vond het stuitend om te horen dat bij uw onderzoek de gesprekken met de acht ambtenaren niet schriftelijk zijn vastgelegd. Wij vinden dat een geweldig brevet van onzorgvuldig handelen, zowel aan de kant van de onderzoekers als aan de kant van de opdrachtgevers. Bij een kwestie die politiek zo gevoelig ligt, mag dergelijk amateurisme niet verwacht worden. Een opfriscursus voor het college hoe te handelen bij zorgvuldige onderzoeken ligt meer voor de hand dan een opfriscursus voor de ambtenaren.’
Een enquête onderzoek zou onze conclusie niet veranderen. Dat neemt niet weg dat de hoofdconclusie van destijds over vermeende corruptie nog altijd niet is bewezen dan wel dat de rechter een veroordeling heeft uitgesproken over Baljé. Sterker nog: het Openbaar Ministerie zag destijds geen reden om oud wethouder Baljé te vervolgen voor corruptie en tot op de dag van vandaag is hij daarvoor ook niet veroordeeld. Dat neemt niet weg dat de handelswijze van deze oud wethouder wel degelijk onaanvaardbaar was. Ook daarover heeft Stadsbelangen in de raad van mei 2005 het volgende over gezegd.
(citaat)
‘Los van alle commotie van de laatste weken en hoe je ook mag denken over de manier waarop deze kwestie in de publiciteit is gebracht, zijn de werkwijze van de voormalige wethouder én de kwetsbaarheid van die werkwijze nadrukkelijk in beeld gebracht. Die werkwijze past naar onze mening niet bij de publieke functie van een bestuurder. Voormalig wethouder Baljé had zich dat moeten realiseren.’
De rechter mag in maart 2010 dan weliswaar vinden dat iemand zonder veroordeling beschuldigd en in feite publiekelijk veroordeeld mag worden, dit in het kader van vrije meningsuiting, maar dat wil niet zeggen dat onze fractie deze mening deelt. In mei 2005 zeiden wij daarover:
(citaat)
‘Wij kiezen niet voor een samenleving waarin mensen zonder enige vorm van privacy worden beschadigd en veroordeeld zonder dat beschuldigingen zijn bewezen of zonder dat de rechter hierover een oordeel heeft uitgesproken.’
Daarnaast hebben wij uitdrukkelijk aangegeven, dat misstanden altijd aan de orde moeten worden gesteld, maar wel binnen de daarvoor aangewezen mogelijkheden. De wijze waarop Leefbaar Delft dat destijds deed, zorgde ervoor dat Baljé de politieke arena voortijdig kon verlaten. Hierdoor kon hij politiek niet meer ter verantwoording worden geroepen. En dat was toen een gemiste kans.
In ieder geval meent onze fractie dat de werkgroep op zorgvuldige wijze tot een unaniem oordeel is gekomen en terecht adviseert om het enquête instrument, op basis van de vier hoofdvragen die de heer Stoelinga heeft gesteld, niet in te zetten.
Daarnaast zijn ook wij van mening dat een aantal zaken na de raadsvergadering van november 2005 qua discussie niet zijn afgerond. Het gaat dan over hoe zaken in het vervolg aan de orde te stellen, het standaard inzetten van externe onderzoeken, hoe wordt omgegaan met het verstrekken van financiële vergoedingen aan raadsleden en bestuurders met betrekking tot gerechtelijke procedures. Het is goed dat de werkgroep dit advies aan de raad meegeeft. Het lijkt ons een goede zaak deze discussie over de aandachtspunten in januari te voeren en af te ronden.
Fractie Stadsbelangen Delft
Geldverspilling pollers?
Sinds kort zijn ook aan het begin van de Oude Langendijk pollers geplaatst. Hoewel Stadsbelangen het niet eens was met het besluit de pollers nu al op deze plek te plaatsen, afspraak was dat hiermee pas begonnen zou worden als de Koepoortgarage klaar zou zijn, doet zich toch een vreemde situatie voor.
Een klein stukje verder bij de markt is een aantal jaren geleden pollers geplaatst. Deze pollers, nog lang niet afgeschreven, doen nu geen dienst meer sinds de komst van de pollers op de Oude Langendijk. Vreemd dat deze pollers niet zijn hergebruikt. Kennelijk heeft het college geld voldoende om deze onnodige uitgaven te doen. Stadsbelangen vindt het onverantwoord dat zo met gemeenschapsgeld wordt omgegaan. Het had voor de hand gelegen dat de pollers bij de markt verplaatst zouden worden naar het begin van de Oude Langendijk.
Het blijft opvallend dat de logica van de burger een andere is dan die van dit college. Fractie Stadsbelangen-Delft
Geen euro extra voor Vermeercentrum
In Delft op Zondag, jaargang 15, nummer 37 wordt gemeld, dat het Vermeercentrum zou balanceren op de rand van de afgrond. In het artikel wordt ook aangegeven, dat de gemeente een boedelkrediet heeft gegeven. Zowel de directeur van het Vermeercentrum als de bewindvoerder komen hierbij aan het woord. De fractie van Stadsbelangen is bijzonder onaangenaam verrast over deze gang van zaken. Vooral ook over het besluit van het college om een boedelkrediet te verstrekken.
Tijdens de discussie over dit onderwerp in de gemeenteraadsvergadering van
3 november 2005 antwoordde wethouder Vuijk naar aanleiding van onze inbreng: “Ik heb heel veel lovende woorden, maar ook kritische woorden gehoord. Ik ga in op de woorden van de heer Meuleman, die naast een aantal lovende woorden en de terechte vaststelling dat heel veel deadlines zijn gehaald, opmerkte dat dit het hele bedrag is en dat daar, wat Stadsbelangen betreft, geen euro bij komt. Ik denk dat dit gedeeld wordt en ik denk dat het goed is om hier te bevestigen dat het college daar op dezelfde manier in zit.” Op dat moment was de verwachting dat het Vermeercentrum in april 2006 open zou gaan. Toen plotseling bleek, dat het centrum een jaar later open zou gaan, was dat voor onze fractie aanleiding om op 18 maart 2006 schriftelijke vragen te stellen aan het college. Onze fractie zag toen al aankomen, dat de verlate opening wel eens op termijn mede als argument aangevoerd zou kunnen worden om bij de gemeente aan te kloppen voor meer geld. Het college antwoordde ons op 18 april 2006 onder andere: “Wij zijn met u eens dat de gemeente eventuele financiële repercussies als gevolg van de vertraging niet voor haar rekening neemt.”
Door nu, zo begrijpen wij uit het artikel in DoZ, een boedelkrediet te verstrekken, wijkt het college af van eerder ingenomen standpunten. De gemeenteraad is van dit veranderde standpunt van het college vooraf niet geïnformeerd. Wij beschouwen dit als een ernstig feit. Op dit moment zijn oorzaken en de feitelijke situatie ons niet bekend. Hoewel dat interessant is om te weten, verandert dat niets aan de lijn die onze fractie met betrekking tot het Vermeercentrum heeft gevolgd, namelijk geen extra euro gemeenschapsgeld meer naar het Vermeercentrum. Stadsbelangen voelt niets voor een financiële molensteen om de nek van de gemeente. Dat neemt niet weg, dat wij hopen dat vanuit particulier initiatief mogelijkheden worden gevonden om, indien haalbaar, een vervolg te geven aan het voortbestaan van het Vermeercentrum, maar dan wel zonder gemeenschapsgeld. Wordt vervolgd.
Fractie Stadsbelangen-Delft
Webcolumn “zomeroverdenking”
Loesje: “het klimaat is de afgelopen jaren duidelijk veranderd, nu de politiek nog”. Voor raadsleden is het zomerreces een tijd waarin op lokaal niveau ogenschijnlijk weinig gebeurd. In de pers verschijnen wel wat berichten, die op zichzelf aardig zijn om te lezen, maar niemand maakt mij wijs dat onze inwoners wakker liggen van nevenfuncties van collegeleden of van een “oud” raadslid die een uur doorgebracht heeft op het politiebureau.
Toch gaat nog regelmatig de telefoon, ontvang ik e-mailberichten of brieven van inwoners met de nodige problemen. Nog steeds problemen bij de regiotaxi, zorgen van bewoners die wonen in de omgeving van de nieuw te bouwen Koepoortgarage, verkeersmaatregelen Maria Duijstlaan, geluidsoverlast, bomenkap, onveilige plekken, fake betrokkenheid van inwoners, geen antwoord krijgen op brieven van de gemeente en zo zou ik nog wel even door kunnen gaan. Je zou haast het idee krijgen dat er niets goed gaat in onze stad en dat is natuurlijk ook niet waar. Maar er is zeker nog veel werk te doen en te verbeteren.
Opvallend was de afgelopen weken het nieuws over “de Baljé kwestie” en de reacties daarop door middel van diverse ingezonden brieven van mensen, die menen de stoel van de rechter te moeten innemen. Van mij mogen zij! In ieder geval is wederom duidelijk geworden dat Baljé zich nooit als wethouder had kunnen handhaven gezien de manier waarop hij zijn wethoudersfunctie vervulde. Dat is het enige dat deze kwestie volstrekt duidelijk heeft gemaakt. Het jammer dat het nooit tot een discussie met Baljé zelf in de raad is gekomen over deze zaak, omdat Baljé toen al weg was. Met een andere aanpak was deze kwestie al lang uit de wereld geweest, was Baljé naar een bijna op zeker grenzende waarschijnlijkheid weggestuurd, waren er geen schadeclaims geweest en had heel veel energie aan andere zaken kunnen worden besteed.
In deze zaak was naar mijn mening, met het oog op de geuite beschuldiging, niet relevant of je iets gezegd hebt te gaan doen, maar of achteraf blijkt dat je dat ook daadwerkelijk hebt gedaan. Het blijft daarnaast vreemd dat men er aan voorbij gaat, dat de basis werd gelegd bij een, zo het lijkt, bewuste illegale bandopname met vermoedelijk als doel: “hoe kunnen we iemand er in luizen”. Dat brengt me weer bij Loesje die schreef: “Politici moet je ook alleen geloven als er geen camera in de buurt is”. Er zullen ongetwijfeld nog vele publicaties volgen over deze zaak, maar of de stad daarmee is gediend, is weer een andere vraag hoewel ik mij de emoties bij de desbetreffende betrokkenen goed kan voorstellen.
De afgelopen maanden hebben zich vooral gekenmerkt door het gedoe rond de keuze van de architect van het nieuw te bouwen stadskantoor, de perikelen rond de bouw van de Koepoortgarage, het gebouw Hooikade 13 (Bacinol), TU Noord en niet te vergeten een drietal moties van afkeuring tegen drie wethouders. Het huidige college maakt een niet al te sterke indruk, oogt niet als een eensgezinde ploeg en lijkt moeite te hebben met het verder uitwerken en uitvoering geven aan plannen die hun voorgangers in gang hebben gezet. Dit overigens met steun van dezelfde partijen die nu ook in het college zijn vertegenwoordigd. Het dualisme op lokaal niveau blijft voor mij één grote mislukking. Een theoretisch model, waarbij in de praktijk het monistisch handelen “gewoon” doorgaat. Vroeger maakten de wethouders als raadsleden deel uit van hun fracties, tegenwoordig heet dat: “de wethouder woont op uitnodiging van de fractie, de fractievergadering bij”. Coalitiepartijen die voorafgaande aan commissie- en raadsvergaderingen, net als voorheen, de zaken met elkaar blijven afstemmen en dealtjes maken. “Dezelfde aap, maar in een ander jasje”. Wel met een belangrijk verschil. Het dualisme kost de burger onnodig veel meer gemeenschapsgeld dan in het monistische systeem. Nog even en dan is zomerreces en de stilte voor de storm weer voorbij, want als straks het politieke circus weer gaat draaien, komen de onderwerpen vanzelf weer langs. Aad Meuleman