Tag Archive for expertise

Passend onderwijs

Met ingang van 1 augustus 2014 treedt de Wet Passend Onderwijs in werking. Een gevolg van deze wet is dat de ‘rugzakbekostiging’ (ofwel: Leerling Gebonden Financiering) in haar huidige vorm verdwijnt. Scholen krijgen de zorgplicht om zelf extra ondersteuning te organiseren voor leerlingen die dat nodig hebben. Veel van de leerlingen die nu nog met een ‘rugzakbekostiging’ op het reguliere onderwijs zitten, houden echter wel het recht op (extra) ondersteuning. Scholen voor het Voortgezet Onderwijs in Delft e.o. doen dit in nauwe samenwerking met het Samenwerkingsverband VO Delflanden.

De groep leerlingen met ernstige psychiatrische of gedragsproblemen (Cluster 4) is nog steeds groeiende. Deze leerlingen hebben diagnoses als autisme, ADHD etc., met een gemiddelde tot hoge intelligentie. De kloof tussen het intellectuele en het sociaal-emotionele aspect is groot, maar wel ‘aanstuurbaar’ en met de juiste begeleiding kunnen ze redelijk tot goed functioneren binnen het reguliere onderwijs.

Qua basisonderwijs valt er in Delft nog wel wat te kiezen, maar middelbare scholieren uit Delft met Cluster-4-indicatie en een HAVO/VWO-advies worden veelal verwezen naar Den Haag (Pleysier College) of Rotterdam. Voor middelbare scholieren in Delft met een cluster-4-indicatie die naar het reguliere onderwijs gaan, zal de betreffende school – met inzet van expertise vanuit het Samenwerkingsverband VO Delflanden – in overleg met de ouders van het kind afspraken maken over het ondersteuningsaanbod ten gunste van hun kind, dat kan variëren van een licht, medium tot intensief onderwijsarrangement. We hebben het hier over een onderwijsarrangement op maat gemaakt aan de hand van de onderwijsbehoefte van het kind. Op dit gebied verandert er niet spectaculair veel.

Maar met de intrede van de nieuwe Wet Passend Onderwijs verplicht de Overheid dat alle reguliere scholen deze zorgleerlingen moeten opnemen. Echter, niet elke school heeft de capaciteiten in huis om een grote hoeveelheid cluster-4-leerlingen op te nemen! Ervaring leert dat sommige scholen nu een grens stellen als het gaat om opname, samenstellen en verdelen van het aantal zorgleerlingen per klas. Met als gevolg dat deze ‘zorgleerlingen’ de dupe worden en in het uiterste geval thuis komen te zitten.
In de strijd tegen het ontstaan van overvolle klassen, maakt Stadsbelangen Delft zich zorgen over deze ontwikkelingen, waardoor er niet alleen overbelasting van de leerkracht ontstaat, maar dit vooral ten koste gaat van het kind en de kwaliteit van het onderwijs.

Stadsbelangen Delft vindt dat kinderen, die binnen het onderwijs extra aandacht nodig hebben, deze zorg en aandacht ook moeten krijgen. Daarom Passend Onderwijs voor hen die het nodig hebben. Het is dus zaak om te bezien hoe deze zorg binnen het onderwijs in onze stad kan worden geborgd. Wij zullen de ontwikkelingen op dit gebied nauwlettend blijven volgen en ons openstellen voor eventuele signalen hieromtrent, want… uw boodschap, is ons werk!

Stadsbelangen Delft
Bianca van der Werf

Lokale veiligheid

Afgelopen week werd in de commissie BLD de brief van het college besproken inzake het
Regionaal Beleidsplan en uitvoering beleidskader Veiligheid. Goed om dit regionale plan te bespreken, maar hoe staat het met de lokale veiligheid in onze stad? Wim den Boef maakte voor Stadsbelangen Delft op basis van de beschikbare informatie en vanuit zijn expertise onderstaande analyse. Dit leidt tot de volgende conclusies.

1. Openbare Orde & Veiligheid
In maart 2013 heeft de burgemeester de jaarlijkse veiligheidscijfers over 2012 gepresenteerd. Kernpunt van zijn boodschap was, dat “het goed gaat in Delft”, want 82% van de Delftenaren voelt zich ook veilig. Wanneer je echter verder leest, dan zie je dat deze positieve ontwikkeling vooral wordt veroorzaakt door het dalende aantal (auto)branden, ernstige branden en het inzetten van de “lokfiets”. Daartegenover bleef het aantal gewapende overvallen ongeveer gelijk aan dat in 2011, terwijl het aantal woninginbraken in 2012 zelfs met 20% is gestegen ten opzichte van 2011 (van 539 naar 652). In augustus 2013 zijn er opnieuw criminaliteitscijfers voor Delft bekendgemaakt; ditmaal op basis van de site “Hoeveiligismijn wijk”. Ook die cijfers geven een spectaculaire daling te zijn van de onveiligheid, vooral voor wat betreft de fietsendiefstallen en straatroven! Dat is mooi, maar de stijging van de woningbraken, de “plofkraken” van de laatste tijd; de overvallen op juweliers en de in Delft blijkbaar aanwezige jeugdbendes blijven in dit onderzoek onvermeld. Ook over nieuwe bedreigingen, zoals cyber-criminaliteit (het uitvallen van internet bij overheid, banken, hulpdiensten, het spoor; plofkraken, verspreiding van computervirussen, e.d., afluisteren van telefoon, Ipad en computerverbindingen; terrorisme-bestrijding (denk hierbij b.v. aan de Delftse “Syriëgangers”) valt weinig tot niets terug te vinden!

Opvallend, dat Delft zichzelf, voor wat betreft de veiligheidsgegevens, vergelijkt met steden als Den Haag, Rotterdam of Amsterdam in plaats van met vergelijkbare steden als Leiden, Haarlem, Dordrecht, Gouda of Zoetermeer. De inwoners van Delft hebben recht op juiste informatie omtrent hun veiligheid. Thuis, op scholen en (sport)verenigingen en op straat! Reden dus om vraagtekens te plaatsen bij de volledigheid en zorgvuldigheid van deze onderzoeken.

Conclusie 1
De burgemeester moet met juiste en controleerbare cijfers komen voor wat betreft de criminaliteit in Delft door middel van een jaarlijks, goed meetbaar en een vergelijkbaar veiligheidsonderzoek!

2. De voorbereiding op en bestrijding van grootschalige calamiteiten in Delft
In 2005 werd het laatst opgestelde rampenplan (2005-2009) voor de gemeente Delft door de gemeenteraad vastgesteld. Daarin staan de hoofdtaken voor de gemeente vermeld in tijden van crises, namelijk: de bestrijding van de ramp of crisis; de zorg voor de bevolking; het opleiden en oefenen van de hulpverleningsdiensten en overige hulpverleners, zoals ziekenhuizen, Rode Kruis, e.d.; het ontwikkelen en vaststellen van beleid in het kader van de externe veiligheid, welke rampen onze stad kunnen bedreigen, alsmede de controle en handhaving op de uitvoering van dat beleid en hoe de bestrijding van mogelijke rampen en incidenten en de verantwoordelijkheden, voorafgaande, tijdens en na afloop van een ramp zijn geregeld.

In dit rampenplan van 2005 wordt een aantal gevaarlijke objecten vermeld, zoals: Object Bestuurlijke vaststelling Locatie DSM Gist B.V. 2e kwartaal 2005 Brandweer Delft-Rijswijk; Reactor Institute Delft 2e kwartaal 2005 Brandweer Delft-Rijswijk; 4 LPG tankstations 1e kwartaal 2006 Brandweer Delft-Rijswijk. Bovendien heeft de burgemeester in 2000 rampstrijdingsplannen vastgesteld voor Asepta B.V. (opslag bestrijdings-middelen)  en Van der Helm Op- en overslag BV (opslag gevaarlijke stoffen), met de kanttekening dat de opslag van gevaarlijke stoffen aldaar op termijn zullen verdwijnen.

Maar, zoals ook in het Veiligheidsplan van de Veiligheidsregio Haaglanden staat te lezen, er zijn ook nog andere risico’s, waarmee onze stad rekening dient te houden, zoals: het intensieve vervoer van gevaarlijke stoffen over de snelwegen A4, A12 en A13; de effecten van mogelijke calamiteiten bij de vele risicolocaties in de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, met name vanwege de overheersende windrichting aldaar richting Delft; mogelijke overstromingen, mede vanwege de relatief dunne duinenrij in het Westland; het vervoer van gevaarlijke stoffen over de snelwegen A4, A12 en A13 van en naar Europoort / Amsterdam / Duitsland (incl. de mogelijke gevolgen van de voltooiing van de A4 tussen Delft en Schiedam, met – naar verwachting – enige ontlasting voor de A13 ontlasten, maar toename van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de A4; de mogelijke risico’s voor (of van)  grote aantallen bezoekers en toeristen aan het centrum van Delft bij een grootschalig incident.

Conclusie 2
a. het huidige gemeentelijke Rampenplan dateert uit 2005 en is geldig tot 2009;
b. onduidelijk is, of de bestaande rampbestrijdingsplannen voor DSM-Gist en het IRI sindsdien zijn geactualiseerd en opnieuw vastgesteld;
c. de risicokaart van de provincie Zuid-Holland (anno juli 2013) vermeldt Van der Helm Op- en overslag BV nog steeds als BRZO-plichtig (Bedrijf Risico’s Zware Ongevallen), dus risicovol bedrijf, waarvoor een rampbestrijdingsplan moet zijn opgesteld;
d. er dus onduidelijkheid bestaat over het aantal objecten waarvoor Delft, op grond van de wet, actuele rampbestrijdingsplannen gereed dient te hebben;
e. de in het Veiligheidsplan van de Veiligheidsregio Haaglanden opgesomde risico’s voor Delft, zijn niet of nauwelijks aangetroffen in het huidige Rampenplan voor Delft, evenals de risico’s van andere mogelijk kwetsbare objecten in onze gemeente; zoals straks boven en in de Spoortunnel; de mogelijke gevolgen van het transport gevaarlijke stoffen over het spoor (denk in dit verband aan b.v. de recente rampen in België, Canada en Spanje); verkeersveiligheid (mede vanwege de vele opbrekingen, afsluitingen en omleidingen in de stad), maar ook opstoppingen / (ketting)botsingen op de A13, b.v. nabij de Ikea.

Conclusie 3
Tijdens de commissievergadering kon de burgemeester geen antwoord geven op de vraag van onze fractie of vanaf 2009 het Rampenplan voor Delft is geactualiseerd en zo ja wanneer. Wij krijgen hierover nog nader bericht.

Tenslotte
Regionale veiligheid is zeker belangrijk en moet goed worden geregeld, maar als lokale partij wil Stadsbelangen Delft primair de lokale veiligheid goed geregeld hebben. Daar hebben onze inwoners recht op. Werk aan de winkel dus voor de burgemeester.

Fractie Stadsbelangen Delft