Na bijna twee jaar doorduwen van vooral de PvdA, heeft de gemeenteraad dan eindelijk een besluit genomen over het aantal commissieleden/niet raadsleden. Fracties mogen nu toch vanaf de nieuwe raadsperiode in 2014 een derde commissielid/niet raadslid aanstellen, maar moeten hiervoor wel 1/3 van de fractiebijdrage inleveren. Stadsbelangen Delft heeft de motie van STIP uiteindelijk gesteund, omdat dit het maximaal haalbare was. De kleinere fracties worden hierdoor wel financieel gedupeerd. De grotere fracties in de raad blijven door dit besluit financieel buiten schot, omdat zij nooit gebruik maken van een derde commissielid/niet raadslid. Met 6 raadszetels, zoals de PvdA en D66 nog op dit moment, is dat ook niet noodzakelijk.
De insteek van de PvdA was, zo zei Ernst Damen, dat hij vond dat er teveel commissieleden/niet raadsleden waren. Daarnaast ging het hem ook om bezuinigen op het raadsbudget. De kleinere fracties hoeven volgens hem niet bij alle agendapunten het woord te voeren in commissievergaderingen. Eerder stelde hij in debatten over dit onderwerp, dat de kleinere partijen maar moeten zorgen dat zij groter worden. Het bevestigt in feite maar weer eens dat de arrogantie van de macht in Delft er nog steeds is. De PvdA voorop. Waar het in feite om te doen was, al probeerde Damen dat te ontkennen, was om met deze discussie (PvdA en ook VVD wilden eigenlijk bij voorkeur maar één, hooguit twee commissie/niet raadsleden per fractie toestaan) de kleinere fracties in de raad en commissie het lastiger (‘monddood’) te maken om het commissie- en raadswerk te kunnen doen.
Hierbij gaan deze partijen voorbij aan het feit dat de kiezer ook aan de kleinere fracties mandaat heeft gegeven om het woord te voeren bij alle agendapunten. Ook in commissies. Juist de kleinere fracties hebben de afgelopen jaren gebruik gemaakt van de mogelijkheid om drie commissieleden/niet raadsleden in te zetten. Dat is over het algemeen succesvol verlopen en nog steeds! Het vele raads- en commissiewerk maakt dat ook noodzakelijk. Recentelijk maakte oud Tweede Kamer voorzitter mevrouw Gerdi Verbeet (PvdA) nog een opmerking. Zij vond bijvoorbeeld het idee van het terugbrengen van het aantal Tweede Kamerleden een slechte zaak gezien het vele werk dat op volksvertegenwoordigers afkomt. Dat is op lokaal niveau niet anders.
De afgelopen jaren hebben de grotere fracties in de raad hooguit gebruik gemaakt van één of twee commissieleden/niet raadsleden. Met zes raadszetels is dat ook logisch. Daarmee heb je voldoende menskracht in de fractie. Maar voor bijvoorbeeld een éénvrouwfractie als de ChristenUnie is dat niet het geval. Door met drie commissieleden/niet raadsleden te kunnen werken heeft de CU ook aan het commissiewerk een constructieve bijdrage geleverd aan het debat in al die jaren en dat geldt ook voor vrijwel alle andere kleinere fracties.
De hele actie ‘Ja, ik wil in de raad’ zal voor de vele aanmelders (ruim 60) een teleurstelling gaan worden. Want wat biedt de Delftse gemeenteraad? Juist door drie commissieleden/niet raadsleden toe te staan, kunnen meer inwoners betrokken raken bij het besturen van de stad en in commissies ervaring en noodzakelijke dossierkennis opdoen. Bovendien kan bij vervanging van een raadslid probleemloos een commissielid/niet raadslid de vacature vervullen met de kennis en ervaring die hij of zij in de commissie heeft opgedaan.
Als tweede argument voor het verminderen van het aantal commissieleden/niet raadsleden werden noodzakelijke bezuinigingen opgevoerd. Dat kan Stadsbelangen Delft begrijpen. Maar dan moet de rekening niet alleen bij de kleinere fracties worden neergelegd. Om die reden heeft Stadsbelangen Delft een motie ingediend waarin de gemeentelijke bijdrage aan de fracties structureel met € 19.000,– per jaar wordt verminderd. Hierbij werd van de grotere fracties in de raad een hogere bijdrage gevraagd dan van de kleinere fracties.
In tijden van bezuinigingen mag van de ‘sterke schouder’ toch een wat grotere bijdragen worden gevraagd? Althans dat verkondigt de PvdA altijd en sinds kort ook de VVD gezien de samenwerking van deze twee partijen in regeringsverband.
Het bleek voor de Delftse PvdA een loze kreet te zijn. Als het erop aan komt is deze partij voor zichzelf helemaal niet bereid om een extra bezuinigingsbijdrage te leveren. Dan maar liever de kleinere fracties in de raad aanpakken, zo denkt de PvdA. Ook de andere grotere fracties toonden geen bereidheid zelf een extra bijdrage te leveren aan noodzakelijke bezuinigingen. Overigens krijgen de landelijke partijen zo wie zo al extra financiële steun van de overheid, waarvan hun lokale afdelingen ook profiteren.
Dat is voor lokale partijen als Onafhankelijk Delft, Leefbaar Delft, STIP en Stadsbelangen Delft nog steeds niet geregeld.
In ieder geval is het goed om de opstelling van de Delftse PvdA en andere partijen zoals D66 in vizier te houden. Zeker met de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 in aantocht. Zo komt eventueel het ontstaan van één grote stadspartij steeds dichterbij.
Stadsbelangen Delft
Aad Meuleman